Tis niet zo moeilijk maar wel lastig. Ik ben erachter dat de yoghurt die ik maak van rauwe melk het lekkerste is. Ik breng, de melk, voordat ik hem voor de yoghurt gebruik eerst even naar de 85°, dan afkoelen tot 40°, een restje oude yoghurt erbij en twaalf uurtjes wachten. Ik heb het ook met, gewone, volle melk uit de supermarkt geprobeerd maar dat geeft een heel andere smaak en dikte. De rauwe melk haal ik bij een boerin in een dorpje buiten de stad. Er staat daar een melktap en ze verkoopt er eitjes, ijs en nog wat boerderij spulletjes. Gisteren vertelde ze me dat haar geldbakje gejat was. Die staat bij de melktap voor de eitjes en het ijs. Zo triest, zo jammer, wat een land.
Ik ben nog steeds niet toe aan de L. Reuteri yoghurt. De culturen heb ik al wel in huis maar ik wilde nog wat verder experimenteren met gewone yoghurt. Dat moet er binnenkort maar van komen! Ik ben er volgens mij klaar voor.
Afgelopen weekend kwam ik een jonge boerin tegen op de koningsdagmarkt. Zij stond daar met prachtige schimmelkazen die ze samen met haar man maakt. Ze gebruiken oude, Friesche recepten en proberen die op een kleinschalige manier weer in de markt te zetten. Geweldig initiatief! Op www.oerboer.nl vind je hun verhaal.
Ik ben een boek aan het lezen over het oude Friesland. Hoe het leven hier zo’n honderd jaar geleden was. Het boek gaat over de dorpsgek en zijn of haar plek in de geschiedenis van het plattelands leven. Het gaat veel over boeren, tot de jaren zestig was eigenlijk bijna elke Fries wel boer of werkte op het land bij een herenboer. Één zinnetje blijft mij tot nu toe bij uit het boek, ik heb het nog niet uit maar ik ben zo blij dat ik deze zin las. De zin wordt uitgesproken door Bokke Brúnja, de laatste telg uit een eeuwenoud geslacht van herenboeren. Hij gaat als volgt: Toen we eens een ronde langs de landerijen maakten, constateerde hij gelaten: ‘Achteraf gezien dan denk ik wel eens, het is te ver gegaan.’
