Mooi weer, fijne kerkdienst en lekker gegeten, wat wil een mens nog meer. Ik mocht met de dominee meerijden naar de kerk, dat is nog eens service niet. We begonnen met psalm 23c, wat een mooi nummer is dat. Vroeger, op de lagere school, moest ik elke maandag een nieuw psalm uit mijn hoofd hebben geleerd, ik weet het nog maar moet bekennen dat er geen één is blijven plakken. Ik heb die kennis niet goed onderhouden, is verloren gegaan, jammer.
Dat ik zo’n nostalgische ouwe man zou worden had ik ook niet verwacht. Al gaat het me niet alleen om het feit dat de psalmen oud zijn. Er zit meer gelaagdheid in de psalmen dan in de nieuwe liederen heb ik het idee, maar dat zeg ik zonder al teveel kennis hoor. De liederen die bijvoorbeeld Huub Oosterhuis heeft geschreven zijn ook mooi. Edoch hoor ik liever een orgel dan een gillende gitaar in de kerk, ik zei het al, ben een ouwe man aan het worden.
De preek ging over Zacheüs, mooi verhaal. Hoe iedereen erbij hoort, ook de zondaars, de verschoppelingen en de zakenman. Oooo wat ben ik blij dat ik dat niet meer ben. Om Boudewijn te citeren: ‘Maar liever dat nog dan een bord voor zijn kop van de zakenman, want daar wordt tie alleen maar slechter van!’
