Zijn ogen sperden zich wat verder open, ik zag dat hij met zijn tanden begon te knarsen en hoe zijn spieren zich overal spanden. ‘Dat is jouw waarheid’: kwam er stotterend uit.
Ik moest meteen aan pa denken, die zegt dat ook altijd tegen mij. En dan kan je honderd keer zeggen dat het niet mijn waarheid is maar dat hij het zelluf op kan zoeken, dat heeft geen nut. Het blijft mijn waarheid.
En het maakt dan niet uit waar het over gaat, het klimaat, vluchtelingen, covid, ons economisch systeem of de oorlog in Oekraïne zodra je iets inbrengt wat tegen het narratief ingaat is het jouw waarheid, dus gelul.
Maar wat mij het meest fascineerde was de angst die ik gisteren in de ogen zag van de man waar ik mee sprak. Die was voelbaar, hij verstikte, was zo intens. Verschrikkelijk om daarmee te moeten leven…
